Reglement HSB grandprixtoernooien

Artikel 0 (begrippen)

  1. Haagse Schaakbond, afgekort HSB, is de naam van de regionale schaakbond en is verantwoordelijk voor de aanwijzing van de toernooien.
  2. Koninklijke Nederlandse Schaakbond, afgekort KNSB, is de naam van de nationale schaakbond en uitgever van de (jeugd)rating.
  3. Fédération Internationale des Échecs, afgekort FIDE, is de naam van de internationale schaakbond en uitgever van de schaakregels.
  4. Grand Prix, afgekort GP, is een laagdrempelig jeugdtoernooi voor gemiddeld honderdtwintig deelnemers.
  5. Grandprixcyclus, afgekort GP-cyclus, is de naam van de reeks toernooien onder de gedeelde noemer Grand Prix.

Artikel 1 (geldigheid reglement)

  1. Dit reglement is van toepassing voor alle wedstrijden georganiseerd in de GP-cyclus van de HSB. De leidraad is het reglement voor jeugdwedstrijden van de HSB aangenomen op 16 april 2003 door de algemene ledenvergadering.

Artikel 2 (speelgerechtigdheid)

  1. Alle spelers die aan het begin van het seizoen nog een jeugdspeler (tot en met achttien jaar) zijn mogen meedoen aan de GP-cyclus van dat jaar. De organisatie en de HSB behouden zichzelf het recht voor spelers van deelname te ontzeggen op basis van gegronde redenen.

Artikel 3 (inschrijfgelden)

  1. Deelnemers aan de GP-cyclus betalen per toernooi het vooraf bepaalde inschrijfgeld. Dit wordt afgedragen aan de organiserende vereniging aan de zaal. Jeugdleiders wordt verzocht bij de deelnemers zo veel mogelijk inschrijfgelden van tevoren te innen en over te dragen aan de organisatie als centrale inschrijving voor een bepaalde school of vereniging.

Artikel 4 (indeling)

  1. Spelers worden zoveel mogelijk ingedeeld in vierkampen (waarbij de speler met de hoogste rating een minimale KNSB-jeugdrating heeft van 1100) en zeskampen (overige groepen). Aanmeldingen aan de zaal, indien toegelaten door de organisatie, worden geplaatst op lege plekken achtergelaten door zieken of eventueel ingedeelde gaten. De organisatie behoudt zich het recht voor om alle aanmeldingen aan de zaal samen te voegen in een groep.
  2. De indelingen worden zoveel mogelijk gedaan aan de hand van de laatst gepubliceerde jeugdrating van de KNSB.
  3. Binnen een groep mogen maximaal 50% van de spelers opgegeven zijn vanuit dezelfde school of vereniging.
  4. De indeler zal in geval er meerdere GP’s tussen het uitbrengen van een ratinglijst plaatsvinden, ratings binnen de HSB voor zover mogelijk laten aanpassen
  5. De indeler behoudt zich het recht voor de ratings van spelers aan te passen op basis van gegronde redenen die niet vooraf duidelijk hoeven te zijn.

Artikel 5 (wedstrijdregels)

  1. Tijdens de GP wordt het meest recente FIDE-reglement gehanteerd met het aanhangsel betreffende Rapidschaak zoals vertaald door de KNSB.
  2. De verzuimtijd bedraagt de helft van de bedenktijd voor de groepen met klok en een kwart van de tijd voor een gehele ronde in de groepen zonder klok.
  3. Voor alle groepen die niet behoren bij de formule-groepen gelden de volgende aanpassingen in het FIDE-reglement:
  4. Artikel A4 b en A4 d worden niet gebruikt. Bij een claim wordt de stelling teruggebracht naar de meest recente stelling waarbij het reglementair opgelost kan worden.
  5. De tafelleider grijpt pas in op het moment dat er een vinger/hand de lucht in gestoken wordt of op wat voor manier dan ook duidelijk gemaakt wordt dat de aanwezigheid van de tafelleider nodig is.
  6. Voor alle groepen die zonder klok spelen geldt de volgende toevoeging: Op een van tevoren bepaalde tijd zal de tafelleider verzocht worden door de organisatie om alle resterende partijen uit betreffende groepen te arbitreren. Dit gaat aan de hand van het “Handboek Arbitreren” in de bijlage.

Artikel 6 (plaatsbepaling GP)

  1. De eindranglijst wordt bepaald door de behaalde punten. Als die gelijk zijn zal een lotingsvolgorde, gemaakt voorafgaande aan het toernooi door de organisatie, uitslag bieden.
  2. Spelers zijn te allen tijde zelf verantwoordelijk voor het ontvangen van de juiste prijs. De organisatie noch de tafelleider is achteraf aansprakelijk voor fouten tijdens de prijsuitreiking.

Artikel 7 (Eindstand GP-cyclus)

  1. Bij elke GP kan een score worden behaald die wordt opgeteld om plek te krijgen in de eindstand van een van de vier categorieën (AB, C, D en EH), afhankelijk van de leeftijd van de deelnemer of deelneemster.
  2. Om een plaats te krijgen in de eindstand dient ten minste deelgenomen te worden aan twee GP-toernooien en in de top twintig van de eigen categorie te eindigen.
  3. De punten die behaald worden voor de eindstand zijn afhankelijk van drie factoren:
  4. Het groepsnummer of -letter waarin gespeeld wordt.
  5. De grootte van de groep waarin gespeeld wordt.
  6. De punten behaald in de groep.
  7. De punten voor de eindstand worden als volgt bepaald:
  8. De hoogste groep krijgt honderd startpunten, per groep omlaag worden er twee punten in mindering getrokken.
  9. Als er een halve competitie wordt gespeeld in een vierkamp, krijgt de speler de behaalde punten vermenigvuldigd met zes met een bonus van twee punten op de startpunten.
  10. Als er een volledige competitie wordt gespeeld in een vierkamp dan krijgt de speler de behaalde punten vermenigvuldigd met drie en een bonus van twee punten op de startpunten.
  11. Als er een halve competitie wordt gespeeld in een zeskamp of achtkamp dan krijgt de speler de behaalde punten vermenigvuldigd met vier.
  12. Als er een volledige competitie wordt gespeeld in een zeskamp of achtkamp dan krijgt de speler de behaalde punten vermenigvuldigd met twee.
  13. De eindscore is de som van de scores van de beste vijf GP’s van een speler. Deze score wordt voor elke speler berekend. In geval de vijf GPs niet gehaald worden zal een speler niet worden opgenomen in het eindklassement, uitgezonderd hij of zij anders de categorie wint.
  14. Als de eindscore van twee of meer spelers gelijk is, valt de slechtste score af en worden de nieuwe scores vergeleken. De winnaar is de speler met de hoogste resterende score. Dit proces wordt herhaald tot er duidelijkheid is of tot er nog maar een GP over is. In dat geval bepaalt het aantal deelnames de volgorde van de dan overgebleven spelers. Als die gelijk zijn en het betreft de eerste plaats in een bepaalde categorie, zullen beslissingswedstrijden volgen, voor de overige plaatsen worden de namen ex aequo vermeld.
  15. De speler die de meeste punten in zijn/haar categorie verdient krijgt de wisselbeker van de HSB Grand Prix mee van zijn/haar categorie. Deze dient weer ingeleverd te worden voor de een na laatste GP van het daaropvolgende jaar.
  16. Er zijn alleen prijzen gegarandeerd voor de spelers die eerste geworden zijn in hun categorie. Eventuele prijzen voor de nummers 2, 3, 4 en 5 zijn afhankelijk van het totaalaantal deelnemers in desbetreffende categorie.

Artikel 8 (protesten)

  1. Wanneer men het niet eens is met de gang van zaken bij wedstrijden kan men een protest indienen bij de organisatie; dit dient te gebeuren op de dag zelf. Als dat geen uitkomst biedt kan alleen die dag nog protest worden aangetekend bij de afgevaardigde van de jeugdcommissie van de HSB, die die dag aanwezig is. Het besluit van de afgevaardigde is definitief en valt niet over te protesteren.

 

Bijlage

Handboek Arbitreren

  1. Ouders, kinderen, en andere omstanders dienen zich niet te bemoeien met het arbitreren en kunnen het beste vooraf hierover ingelicht worden.
  2. Begin altijd met arbitreren bij de partij waar het verschil in punten het grootste is. Doe dit tot alle partijen onder uw beheer zijn gearbitreerd.
  3. Als de spelers bezig zijn met een slagcombinatie of er mat in 1 of 2 dreigt wordt geadviseerd ze te laten doorspelen (m.u.v. hele simpele eindspellen zoals koning + dame vs. koning, of als u anders oordeelt).
  4. Vraag altijd aan beide spelers wie volgens hun gewonnen heeft. Indien de spelers hetzelfde antwoord geven dient u daarin mee te gaan.
  5. Als een speler blijkt niet mat te kunnen zetten met de stukken op het bord is het remise. Dit zou moeten blijken uit de voorgaande minuten waar geen voortgang is geboekt.
  6. Zijn de spelers het niet eens, dient u de punten te tellen.
    De vuistregel is dat bij 3 of meer punten verschil de partij gewonnen kan worden verklaard voor de persoon die voor staat in materiaal.
    Is het verschil kleiner dan 2 punten, dan is het remise.
    Ook hier kan op eigen beoordeling van afgeweken worden. Gelieve wel in overleg met de hoofdarbiter of een andere ervaren arbiter.

 

    Bewijs dat je menselijk bent door het selecteren van ster.